zondag 28 december 2014

Een mysterie

Een mysterie
Dat is zoon2 voor mij. Al ben ik degene die hem het allerbeste kent. Ik weet wat hij leuk vindt, ik weet wat hij niet leuk vindt. Ik weet waar hij heel blij van wordt, maar ook waar hij heel boos van wordt. Ik kan hem heel goed lezen, zoals dat heet. Al zijn er momenten dat hij het zelf even allemaal niet meer weet. Dat zijn de moeilijkste momenten. Op die momenten weet ik het al helemaal niet. Dat maakt mij machteloos en verdrietig.  Dat zijn hoofdstukken die voor mij gesloten blijven. Toch niet helemaal een open boek dus. Ik hoor u denken. Wie heeft dat niet? Er zijn altijd hoofdstukken die gesloten blijven voor een ander. Dat ben ik dan niet helemaal met u eens.
Een moeder zou haar kinderen moeten kunnen lezen. Van voor tot achter en weer terug. Het boek is nooit af, waardoor we als moeders altijd weer moeten blijven lezen. Moeders zullen het boek nooit uit hun hoofd kennen. Dat zou te makkelijk zijn en ik ben de laatste die zegt dat het ouderschap makkelijk is.
Zoon2 kan wel praten, maar zeer beperkt. Dat maakt het lastig om te achterhalen waar, op sommige momenten, zijn verdriet vandaan komt. Als hij pijn heeft kan hij ons eigenlijk niet vertellen waar hij pijn heeft. Of hij wel pijn heeft. Want wij denken op die momenten alleen maar dat hij pijn heeft. Zeker weten doen we dat niet. Dat vind ik het aller, aller moeilijkste wat er is.
Iets wat ik ook niet en nooit zal kunnen accepteren. Die momenten voelen zo machteloos. Ik lees hem van voor tot achter en weer terug, maar de belangrijkste hoofdstukken blijven op die momenten dichtgeplakt met de sterkste lijm die er is.
Gelukkig laat hij zich wel troosten. Dat doe ik dan ook, uren lang.  
Naast zijn lieve broers en papa, is er nog een persoontje in huis waar hij troost bij kan vinden. Dat is onze super hond Pablo, ook wel zoon4 genoemd. Als zoon2 huilt dan gaat hij uit zichzelf naar hem toe en gaat bij hem liggen. Hij voelt zoon2 feilloos aan. Het lijkt bijna wel of hij wel de dichtgeplakte hoofdstukken kan lezen. Die twee hebben een bijzondere band.
 
Er is ook een andere kant. Zoon2 kan namelijk ook heel erg blij zijn. Zo maar uit het niets. Hij lacht zich rot. Echt hoor. En waarom? Maar het werkt aanstekelijk en wij lachen mee, allemaal.
Soms glimlacht hij alleen maar en kijkt dromerig voor zich uit, maar een seconde later ligt hij in een deuk. Ook die hoofdstukken zou ik graag willen lezen. Wat maakt hem zo aan het lachen? Of wie?
Ook daar zullen we nooit achter komen, maar ik kan op die momenten zo intens van hem genieten.
Gisteravond kon hij niet slapen en kwam naar beneden. Hij kwam gezellig tussen ons inzitten, knuffelde ons, want dat doet hij heel erg graag. Hij genoot intens van zijn momentje met papa en mama. Ik kon hem helemaal lezen van voor tot achter en weer terug. Ik genoot met hem mee en dan opeens was daar weer die dromerige blik... en de schaterlach. Toen was ik hem weer kwijt. Kon ik maar even in dat koppie kijken. Ik zou er alles voor over hebben...

vrijdag 19 december 2014

PSSSsssssTTTT

Ik ben, zoals ze dat noemen, een gevoelsmens. Emoties nemen regelmatig de overhand. Ik kan me altijd erg goed inleven in het lief en leed van een ander.

Er is echter iets waar ik totaal geen gevoel voor heb en dat zijn auto's.
Ik kan daar kort over zijn. Dat stukje is gewoon niet ontwikkeld bij mij.
Ik denk dat het erfelijk bepaald is. Mijn vader heeft bijvoorbeeld nooit zijn rijbewijs gehaald, hij had er gewoon geen gevoel voor.

Ik heb dan wel mijn rijbewijs, maar mijn richtingsgevoel is belabberd.
Verre afstanden rijden doe ik liever niet, bang dat ik in slaap val.
Korte afstanden rijd ik eigenlijk liever ook niet. Het is dan ook een fijne aangelegenheid dat de school van zoon1 en zoon3 tegenwoordig op loopafstand ligt. Ik kan daar iedere dag weer van genieten. Helemaal nu het 's morgens donker is, want ik rijd liever ook niet in het donker, om maar te zwijgen over sneeuw en gladheid...

Ik fiets dapper naar mijn werk. Omdat ik op verschillende locaties werk, moet ik soms best een afstandje afleggen. Ik fiets trouw overal naar toe, of ik nu met of zonder poncho en met of zonder handschoenen moet fietsen, ik fiets!

Ik vond het dan ook niet echt fijn dat ik vorige week lief bij 's morgens bij de garage moest ophalen met de auto.
Het was nog donker en het regende, grr. Maar goed ik deed het voor mijn lief.

Nu zat er al een tijdje een klein rammeltje rechts achterin. Daar moest beslist eens naar gekeken worden, maar ik was inmiddels wel aan dat rammeltje gewend.
Toen ik weg reed hoorde ik: GRRRR PFFFFFPSSSS IIIIIIEEEEEEE en dat getik rechts achter.
Ik had daar geen enkel gevoel bij. Ik dacht alleen maar dat dat rammeltje wel erg luid was geworden. Bovendien ging er geen belletje rinkelen of lampje branden. In de auto vertrouw ik blind op lampjes en belletjes, maar ik reed gewoon weg en ging de dreef op.
Mopperend op de donkerte, de regen en het drukke verkeer reed ik op de dreef.
Het luide getik ging over in: WAM WAM WAM. Ik ergerde me er aan. “Heb ik dat, we moeten echt naar de garage met dat ding.” zei ik tegen mezelf.
Inmiddels reed ik op de Parallelweg en spoedig zou ik de snelweg op moeten.
Opeens kreeg ik een naar gevoel. Dit was niet goed! “dit is niet goed. Ik voel het.” zei ik.

Ik zou straks de snelweg op moeten en dat durfde ik niet. Ik kreeg het gevoel dat ik er geen meter verder in wilde rijden.
Ondertussen hoorde ik dat lief mij probeerde te bellen, omdat ik nog steeds niet de bluetooth had aangesloten op de auto, kon ik niet opnemen.
“Waarom probeert hij me te bellen? De auto WAM WAM WAM! Paniek paniek paniek.”
Ik besloot te stoppen en belde lief terug. Hij zou een leenauto meekrijgen, het ging allemaal iets langer duren dan gepland.
“F*ck” dacht ik, verder niets. Het “ik rij geen meter meer” gevoel had ik niet meer aan gedacht.
Ik reed dan ook gewoon weer een paar kilometer terug naar huis.

WAM WAM WAM. Het voelde nu ook alsof het sturen wat lastiger werd. Toen sloeg de paniek toe. Gelukkig geen blinde paniek. Ik kwam heelhuids thuis.
Al mopperend ging ik naar binnen. Eenmaal binnen bedacht ik me dat het nuttig zou zijn om even rechts achter bij de auto te gaan kijken.
Het schaamrood liep tot mijn kaken bij het aanzien van rechts achter.
Rechts achter had namelijk een platte band en er zat een grote schroef in...
Met mijn gevoel bleek niets mis. Het was inderdaad niet goed.
Toch wel een beetje trots dat mijn 'auto gevoel’ in ontwikkeling was liep ik naar binnen.
Later hoorde we van de garage dat de band niet meer gerepareerd kon worden omdat ik er mee doorgereden had, dat was dus niet verstandig van mij.
Dat koste ons twee nieuwe banden.
Met mijn gevoel is dus niets mis! Nu mijn verstand nog...

vrijdag 7 november 2014

Een luizen leven. Wie wil dat nou neet?

Dat overkomt alleen een ander. Ik weet maar al te goed dat dat niet zo is. In onze familie zijn daarvoor  te veel dingen gebeurd. Hele erge dingen zelfs. Ik zal dus nooit denken: Dat overkomt mij niet. Het is niet een heel geruststellende gedachte hoor. Een onbezorgd leven is verre van dat.
Ik dacht dus dat ik op alles voorbereid kon zijn... vandaag ben ik erachter gekomen dat er toch wat dingetjes (met recht: dingetjes) zijn waarvan ik dacht: dat overkomt mij niet. En juist datgene waarvan ik dacht, dat overkomt mij niet, is ons overkomen....

LUIZEN!!!!

Er heerste vorig jaar een heuse luizenplaag in de klas van zoon1. Zoon1 bleef ongeschonden, dus werden mijn gedachten (dat overkomt ons niet) alleen maar sterker.
Misschien was het mijn overlevingsmechanisme, oftewel de kop-in-het-zand-methode, dat zijn werk deed, want als het wél zou gebeuren, zou dat een grote ramp zijn. Dat is het voor iedereen, maar voor ons in het bijzonder, want wij hebben namelijk zoon2. Zoon2 gilt, blèrt en schopt als zijn haren gewassen moeten worden. Hij vecht zich los als zijn haren geknipt moeten worden. Gel in zijn haar? Lukt je niet of nauwelijks om dat er in te krijgen. Je kunt je dus voorstellen wat het voor ons betekent als er luizen zouden zijn...

Zoon1 klaagde al een week over jeuk op zijn hoofd. Ik had hem goed bekeken en constateerde geen luizen, ik zag alleen iets wat leek op roos o.i.d. (toen had ik al verder moeten nadenken...maarja, kop in het zand. Je kent het wel)
Zoon1 bleef klagen over jeuk. Zo ook de bewuste ochtend. Voor de zekerheid toch maar weer even gekeken. De tijd waarop ik dat deed was niet handig. Namelijk 8.10 uur. Ik zag zwarte puntjes.... Zwarte puntjes??? Wat zou dat betekenen? Dat zou toch niet?? Nee, ik zag niets lopen, het zal wel niet (kop in het zand?) Zoon3 had ook een paar van die zwarte puntjes.
Ik heb de zoons naar school gebracht, maar het zat me toch niet lekker.
Ik heb Google om raad gevraagd en daarna mijn nicht. De zwarte puntjes in de haren van de zoons leken toch wel op de luizenfoto's van google....

PANIEK PANIEK PANIEK!!!!!

Wat nu? Zoons van school halen? Er zit bij mij toch nog iets van géne voor dit verschijnsel, ook al weet ik dat dit niet nodig is, maar toch.....
Nee, zoons niet van school halen. Wat dan? Luizenspul kopen, heel veel luizenspul kopen.
In het centrum zie ik nog de luizenpluismoeder voor me lopen... Ik heb mij in het dichtstbijzijnde winkeltje schuil gehouden tot ik zeker wist dat ze weg was. Toen ben ik de Kruidvat ingeslopen. Ik griste de plank leeg waar luizenspul op stond. Ik heb het spul zo nonchalant mogelijk bij de kassa neer gelegd. Ondertussen keek ik of er misschien vogeltjes in het pand vlogen. Ik zou er ook wat bij fluiten, dan zou men wel weten dat ik op zoek was naar vogeltjes. De rij achter mij werd erg lang. Het gevoel van de reclame van heel lang geleden  “TINA WAS KOSTEN DIE KONDOME?” bekroop mij. Heus, ik weet dat het niet nodig is, maar toch...

Om twaalf uur ging ik zoon3 ophalen. Zoon1 zou vanuit de gymles naar huis komen.
Zag ik daar allerlei kleutertjes met een briefje in hun hand? Wellicht met de tekst: “Er zijn luizen!!!” nee he..dat zou betekenen dat school ze eerder had ontdekt dan ik. Toen ik dichterbij kwam, zag ik tot mijn opluchting dat het geen briefjes waren. Ik keek de juf nog even aan. Zou ze me aanspreken? Nee, dat deed ze niet. Onwerkelijk was het gevoel dat ik gewoon fluitend met mijn luizenkind naar huis kon lopen.
Nu wachten op zoon1. Ik stond hem op te wachten, toen hij aankwam griste ik hem naar binnen. Verbaasd keek hij me aan en krabde op zijn hoofd.

Ik keek op zijn hoofd. Wat ik daar zag, is met geen pen te beschrijven. Een ware luizenkolonie op het hoofd en tussen de haren van zoon1 ik had zo iets nog nooit gezien! Een mierenhoop van luizen!!

PANIEK PANIEK PANIEK!!
 
Daar zaten mijn twee schatjes. Op een wit laken en ondergedompeld in de lotion.zoon1 beweerde nog dat er eentje uit zijn haar viel met een wit vlaggetje.. Maar ik was genadeloos. Weg met die dingen!!
Een geluk bij een ongeluk voor de zonen, dat ze niet meer naar school mochten komen die middag. Nu snap ik de definiëring van een luizen leven. Je mag nergens meer naar toe en mag en beetje lui gaan zitten wezen.

Nu was het wachten op zoon2. Zou hij? Ik wilde er niet aan denken, de paniek werd alleen maar erger alleen al bij de gedachten. Hoe moest dat nou? 2 dagen eerder hebben wij een grote strijd geleverd door zijn haar te knippen, we zagen toen toch niets? Maar ja ik had bij zoon1 gezien hoe snel het kan gaan.
Toen zoon2 thuis kwam dook ik direct op zijn haar. Zoon2 in de stres. Dom dom dom, maar ja ik had paniek. Toen hij was bijgekomen ben ik weer gaan rommelen in zijn haar. Ik keek en ik keek, maar ik zag niets? Dat kon niet kloppen. Ik wilde nog eens kijken, maar zoon2 liet dat niet meer toe. Kon ik eerder niet geloven dat er luizen  bij de zoon1 waren, zo kon ik nu niet geloven dat zoon2 geen luizen had.
Het was toch echt zo. Zoon2 had geen luizen!

Misschien waren ze geschrokken van de harde maatregelen die ik trof in deze strijd en zijn ze vrijwillig bij de overgebleven zoon vertrokken. Had ik misschien dan toch goed gezien dat er een klein wit vlaggetje op de schouder van zoon2 lag? hmm

Strijdbaar als wij de Potters en Peelens zijn, roepen wij: Een luis kent bij ons geen leven!



 


donderdag 9 oktober 2014

Het leven van een 4-jarige ruikt niet naar roosjes

De overgang van peuter naar kleuter is vrij inspannend te noemen. Althans dat geldt voor zoon3.

Werd je met drie jaar nog betutteld door je juffies op de crèche. Werden je billen afgeveegd, je broek omhoog gehaald. Werd je drinken ingeschonken, werd je crackertje gesmeerd.
En dan word je, pats boem, met vier jaar in een klas met 20 kinderen gezet met maar één juf. Die dus geen tijd heeft om je te betuttelen. Zelf je beker drinken pakken uit het kratje en zo ook je stukje fruit. En niks geen vers gesneden stukje fruit. Nee, een appel in 4 stukjes die je moeder vanmorgen vroeg al voor je in een bakje gedaan heeft. Dat heeft ze echt wel met liefde gedaan hoor, maar ja, dat verandert niets aan het feit dat de appelpartjes een beetje bruin zijn geworden.

Er moeten opeens werkjes gedaan worden die je niet zo leuk vindt. Letters wel, dat is echt heel leuk. Maar kralen rijgen!
Moet je dat ook doen? Nee dat is toch niet zo leuk. Je buurvrouw kan het trouwens wel erg goed. Hmmm. Je vindt het niet te begrijpen dat iemand die piepkleine kraaltjes om dat piepdunne draadje kan krijgen. Weet je, als je die piep kleine kraaltje nu gewoon aan je buurvrouw geeft, dan kom je ten eerste goed voor de dag bij je buurvrouw en ten tweede hoef je zelf dan niet te rijgen want je hebt immers geen kralen. Jammer, de juf let, ondanks de 20 kinderen, wel goed op.

En dan de wc. Die zit niet langer meer naast de groep, zoals je gewend was op je crèche. Nee, dat is een hele wereldreis voor je, want je moet het gangetje oversteken. En wie moet je broek nu omhoog doen? Dan maar met de broek op de enkels het gangetje oversteken en vragen of de juf kan helpen.
Je vindt het maar een gedoe om dat zelf te doen.

Help, nu heb je de grote boodschap gedaan? En nu? Toch maar even zelf proberen? Voor de zekerheid pak je maar een heel groot stuk wc-papier. Oeps, rol leeg.
Nu moet je achterlangs. Maar dan ontdek je dat je er helemaal niet zo goed bij komt. Misschien... ja het lukt net. Je kan er met je vinger bij, maar nu zit het aan je vinger! Dat is ook niet de bedoeling, veeg dat maar gauw af aan... ja aan wat eigenlijk? Oh ja aan een stukje papier. Ojee, maar dat heb je net in de wc gegooid. Nou dan maar aan de muur. Hmm nog niet helemaal van je vinger af. Dan maar aan je broek.
Als je er afkomt, valt er om de een of andere reden nog een drolletje naast de pot. Dat probeer je weg te schuiven met je schoen. Hup, broek omhoog handen wassen. Zo dat heb je mooi toch even zelf gedaan.
Je hebt niet in de gaten dat er nog een stukje wc-papier uit je broek komt.
Als je terug in de klas komt, kijken er veel kindjes naar je. Zouden ze weten dat je helemaal zelf je billen hebt afgeveegd!
Dan komt juf naar je toe. “Dinand, heb je een grote boodschap op de wc gedaan?”
Trots kijk je de juf aan.
“Lieve Dinand...” Ze kijkt achter je langs. Je volgt haar blik. Dan zie je ook het bruine spoor wat je hebt gemaakt. Dat was van het drolletje wat je probeerde weg te schoppen met je schoen...
Juf vindt het wel heel knap dat je het zelf geprobeerd hebt, maar je ruikt nu wel een beetje naar poep.
Juf gaat mama bellen en jij mag op je stoeltje blijven zitten.
Als mama komt, kijkt ze verbaasd. Nadat ze de wc heeft schoongemaakt, neemt ze je mee naar huis.
Je voelt wat tussen je benen schuren, wijdbeens loop je met haar mee.
Thuis mag je heerlijk douchen en vertelt mama hoe knap het van je is dat je het zelf geprobeerd hebt, dat je dit moet blijven proberen en dat het dan steeds beter gaat. Eigenlijk wil je het niet blijven proberen. Je vindt het juist zo fijn als iemand anders je billen afveegt en je broek omhoog trekt!
Mokkend lukt het iedere dag een beetje beter, maar je blijft het toch altijd proberen of iemand anders het misschien wilt doen. Nee, heb je...toch?

Dan heb je eindelijk geaccepteerd dat ouder worden niet vanzelf gaat, dat het leven van een 4-jarige toch echt wel wat van je vergt.
Dan doe je een nieuwe ontdekking....
Een schooldag bestaat niet alleen uit werkjes maken en buiten spelen. Er worden ook dansjes geoefend!
Dit gaat echt te ver. Er moet ergens een grens zijn. Die is nu bereikt. Je gaat echt geen dansje doen. Ze bekijken het maar. Een vierjarige kan niet alles in één keer.
“Een dansje doe ik pas als ik 10 jaar ben!!!” roep je naar de juf. En dat is dat. Terwijl je klas aan het dansen is, zit jij in je eentje op de mat en doet lekker niet mee. Puh! wat een poepzooi.


zaterdag 20 september 2014

De L is van loslaten, leren en...logeren

 
Het is zo ver. Maanden heb ik er tegenaan gehikt.
Zoon2 is logeren. Niet bij oma of opa, ook niet bij een tante of oom en nee, ook niet bij een vriendje.
Thijn is logeren in het logeerhuis. Bij vreemde mensen, vreemde kinderen in een vreemd huis.
Iets waar ik je een half jaar geleden om zou uitlachen als je me dit zou voorstellen.
Sterker nog, men heeft het me voorgesteld. Zoon2 logeren? Phu. Ik werd er zelfs een beetje boos om. Waarom, het manneke is nog zo klein! Dit gaan we echt niet doen! Ik werd al misselijk bij het idee. Geen haar op mijn hoofd die er serieus over nadacht om dit te doen.
Nee logeren in een logeerhuis zou het niet worden. Punt uit….

Maar toch is hij er nu, op dit moment. Voel ik me rottig en ellendig? Gek genoeg eigenlijk niet.
Best heel vreemd als je de vorige alinea gelezen hebt.

Dit is weer een situatie waar je naar toe groeit.
In de meeste gezinnen gaat dat “naar een situatie toegroeien” in de vorm van steeds een beetje loslaten op weg naar zelfstandigheid. Voor de eerste keer buiten de tuin spelen. Alleen in het steegje hè! Niet de straat op! Iedere vijf minuten kijken of hij nog wel in het steegje is.
Het steegje wordt de straat. De straat wordt het speeltuintje aan de overkant enz.
Dan komt er  fase dat hij alleen naar school gaat. Dat hij alleen vanuit school met een vriendje mee naar huis gaat en vervolgens weer alleen naar huis komt. Fases waar je in mee groeit als ouder.
De fases van zoon2 hebben ook met loslaten te maken.
Maar dit is loslaten van…van... ja van wat eigenlijk.? Van een zware last? Zoon2 is heftig maar ik kan het niet over mijn lippen krijgen om te zeggen dat het een zware last is. Hij is geen last, hij is mijn schatje, mijn moppie. Wel een moppie met een grote gebruiksaanwijzing die heel veel energie kost om die op de juiste manier te volgen. Dat is echt niet altijd gemakkelijk, helaas.
Dan zijn er ook nog zoon1 en 3. Er zijn zat mensen die tegen ons gezegd hebben “zij hebben ook recht op de aandacht van hun ouders!” Dat is zeker waar, maar we hebben niet echt het idee dat we de andere twee tekort deden of doen.
Waarom dan toch logeren? Uiteindelijk komt het besef dat we niet de kinderen te weinig aandacht geven, maar ons zelf!
Om dit alles nog heel erg veel jaren te kunnen doen zoals we het doen, moeten er ergens wat oplaadmomenten zijn.
Langzaam doemde dan toch dat logeerhuis op als oplossing. We hebben heel goed gezocht naar een huis waar wij een warm gevoel bij kregen en uiteindelijk gevonden.
We hebben er heel wat maandjes aan kunnen wennen dat hij zou gaan logeren.
Vorige week heeft hij er een dagje gespeeld.
Het voelde eigenlijk heel fijn en vertrouwd.
 
Dit weekend voor het eerst slapen. Ik had gedacht dat ik dit weekend een wrak zou zijn. Dat ik onmogelijk in slaap zou vallen. Dat ik me geamputeerd zou voelen. Maar er is niets gebeurd van dit alles. Hij is daar in goede handen, ik heb het vanmorgen weer met mijn eigen ogen gezien. Ik laat hem zo vrolijk achter. Ik heb uiteraard nog wel even gebeld. De informatie die ik terug hoor is typisch zoon2 ten voeten uit.
 
Ik denk veel aan hem, maar ik heb wel het gevoel dat ik dadelijk goed kan slapen.
Dat komt misschien omdat ik ook ervaar hoe rustig  het even is. Ik zou me bijna schuldig voelen. Ik probeer er nu maar ook niet heel diep over na te denken of hij nu wel of niet kan slapen. Of dat hij ons mist…:-(  (slik) Ik moet het loslaten.
Loslaten is nodig om vooruit te blijven gaan. Als je alles blijft vast houden wordt het steeds zwaarder om vooruit te komen. Loslaten maakt lichter en zorgt er voor dat je meters kan blijven maken.
En dat is wat we willen blijven doen, we hebben nog een lange weg te gaan.
Een weg die we met veel liefde plezier en trots mogen bewandelen.

dinsdag 16 september 2014

Recht op privacy

 
Privacy, daar heeft iedereen recht op en dat is nou juist (verdorie) even vervelend.
Er is namelijk zo veel te schrijven over het persoontje.
Ik heb het over mijn oudste. Beter bekend als zoon1.
Zo dat heb ik nu heel even snel opgeschreven. Nu weten we dat het over hem gaat.
Dan hebben we het daar verder niet meer over. Ik vertrouw op jullie discretie hierin. Nu zou dit piep kleine blogje over hem er niet zo toe doen.
Onder ons gezegd weten jullie nu dat als ik het over “hem, hij of zijn” heb dat ik dan zoon1 bedoel. sssssssst.
Veel van zijn gevleugelde uitspraken vanaf de peuterleeftijd heb ik al met jullie gedeeld.
Hij had de grappigste en de gekste uitspraken. Deze verpakte ik in een leuk verhaal en voila zo ontstond de tekst voor op de social media.
Hoe anders is het nu?
Hij is bijna elf en heeft recht op zijn privacy, vindt hij.
Op facebook komt er tegenwoordig geen enkele foto of verhaal zonder zijn toestemming.
Als ik moet lachen om iets wat hij zegt, dan zegt hij vlug “dat zet je niet op facebook!!”
Dus quotes van zoon1, euh van hem, zet ik allang niet meer zomaar op social media. Echt jammer, want hij vertelt zo veel leuks. Ook heel veel minder leuks. Hij vertelt eigenlijk heel veel en zonder rem de hele dag door. Hij praat over Minecraft en Enzo Knol is zijn super held. Dat soort informatie sla ik dan weer niet allemaal op.


Hij stuurt tegenwoordig ook berichtjes via de What’s app. Tot gisteren was het ontzettend gewoon dat ik met hem mee las als hij aan het appen was, maar toen was het ineens: “als je mijn berichtjes leest, dan knal ik door het plafond! Ik vind het echt niet meer leuk.”
Op dat moment besefte ik iets heel belangrijks. Hij luistert wel degelijk naar mij! Tijden dacht ik dat wat ik hem vertelde het ene oor in ging en het andere oor uit.
Dat knallen door het plafond, zijn namelijk mijn woorden!
Ik heb dat de laatste tijd een paar keer gezegd omdat het juist niet meer zo veel voorkomt. Maar nu zeg ik bijna weer te veel. Hij heeft namelijk recht op zijn privacy. Dat zegt hij er altijd achter aan.
En daar heeft hij natuurlijk helemaal gelijk in.
Omdat hij nog maar tien is, zal hij voorlopig toch echt een groot deel van zijn privacy met zijn ouders moeten delen, maar alleen met zijn ouders dus. Daarbuiten  mag hij zijn recht op privacy echt gebruiken. Dus alleen met toestemming plaats ik stukjes over hem.
Behalve deze dan ssssssssssssssssssssssssssssssttttttttttttttt

dinsdag 2 september 2014

Wat "mama mami mama" echt betekent (in dit geval)...




Je ziet het staan de titel. Er komen veel m’s in voor. Mama mami mama.

Zal ik een geheim vertellen? Eigenlijk betekent het “ik verveel me, ik verveel me stierlijk en daarom vraag ik steeds je aandacht”.

Echt hoor, eerder deed hij dit nog niet. Het is gek zoals dit soort dingen een natuurlijk verloop hebben.



Voor de zomervakantie was hij absoluut gezellig en speelde graag. Toen dacht ik, wat jammer dat mijn jongste na de vakantie naar school gaat. We hebben het zo gezellig…
Hoe anders denk ik daar nu over!!!
Sinds zijn broers weer naar school zijn, verveelt hij zich rot.
Echt hij hangt op de bank en roept “mama mami mama”. Kletst aan een stuk door en wil enkel nog op de ipad of tv kijken.
Dat geeft mij weer ergernis. Ik heb namelijk een haat-liefde-verhouding met platte schermen.
“Het hangt op de bank en het zapt” heeft momenteel geen toepassing op de oudste man in huis, maar gaat meer richting de jongste man in dit huishouden. Niet dat hij op de bank zit en zapt, maar meer om een sfeer impressie te geven van de interesses van zoon3.
Ik zou een te eenzijdig beeld schetsen als ik alleen dit stukje benoem.
Als hij niet op de bank hangt, dan stuitert hij door het huis.
Echt, iets er tussen is er niet….
Waar is mijn lieve rustige zoon3 gebleven?
Hij zou dit soort dingen niet doen als ik hem zou entertainen. Maar  dat doe ik niet.
Heus ik ben geen barbaarse moeder die haar kinderen aan hun lot over laat. Maar ik vind nu eenmaal niet dat ik een speelmakkertje ben van mijn kinderen. We gaan echt wel heerlijk naar buiten maar binnenshuis maak ik een treinbaan voor hem, ik help hem met zijn puzzels. We spelen zo nu en dan een spelletje. Ik dans, ik zing en speel mee met zijn fantasieverhalen, maar dan houdt het ook echt op…;-) 
 
Nee, het is overduidelijk. Na zoon1 en 2, heeft zoon3 er nu ook last van. Het “ik  ben klaar voor school” gevoel.
Misschien heeft niet alleen zoon3 er last van, maar ik ook…
Hoewel het ook dubbel is, hoor. Mijn lieve kleine manneke gaat bijna naar school. Definitief een fase afgesloten. Ja mensen, definitief... 3 zoons is echt  the limit.
Een fase die niet meer terug komt. Tropenjaren noemt men die fase, geloof ik.
Hoewel ik een klein beetje sentimenteel wordt van het feit dat er een fase afgesloten wordt, kan ik ook niet wachten om, na bijna 11 jaar, weer even iets meer mijn handen vrij te hebben. Iets makkelijker afspraken kan maken. Effe snel dit doen, effe snel dat doen. Daar hou ik namelijk van om effe iets te doen. Maar dat is vrij lastig met baby’s en peuters om je heen. Of om even stilte te horen, is ook best ingewikkeld hoor!
 
In de nieuwe fase krijg ik daar iets meer gelegenheid voor.
Effe lekker ongestoord schilderen, schrijven, koffie drinken met vriendinnen, werken, koken, huis schoonmaken, strijken, helpen op de scholen, met de hond wandelen, muziek maken, muziek instuderen.
Ja, wat een rust zal ik krijgen….;-)
 
Love my boys xxx

donderdag 21 augustus 2014

Dag droom


Het is een soort van tic. Het gaat nergens over. Het zal toch nooit gebeuren. En toch doe ik het. Niet overal. Het is ook niet overal leuk.

Maar hier wel, daar waar we waren. In Drenthe, maar in het voorjaar in Barneveld, deed ik het net zo goed.

Ik ga opzoek naar potentiële boerderijen om in te wonen. Ze hoeven niet eens perse te koop te staan. Ik ben alleen opzoek wat de beste en fijnste plek zou zijn.

Ik hou van de bossen en van het platteland. Het huis mag niet te nieuw ogen en moet groot zijn

Een oude boerderij met een beetje land en dat aan de rand van het bos. Dat is voor mij de perfecte plek. Dat zijn mijn primaire voorwaarden. De secundaire voorwaarden worden daardoor iets ingewikkelder. Het dorp moet op loop/fietsafstand liggen. Het moet wel een levendig dorp zijn. Alleen een supermarkt vind ik niet genoeg. Er moet op zijn minst een kruitvat bij zijn. Een goede basisschool in het dorp, maar ik vind het ook zo zielig als de zonen over een paar jaar een uur moet fietsen om op school te komen.



Het zoeken naar de perfecte plek voltrekt zich altijd middels een vast ritueel. Dit gebeurt enkel en alleen daar waar het platteland opdoemt .Dit keer in Drenthe dus.

Lief bestuurt de auto. Ik zit er naast en speur de omgeving zorgvuldig af. Als ik er een zie roep ik heel enthousiast “DAAR!” Op dat moment schiet zoon1 al in paniek. Hij roept dan altijd: “Dat wil ik niet! Verhuis maar als ik het huis uit ben!” Iedere keer weer en iedere keer moet ik opnieuw uitleggen dat ik aan het dagdromen ben. We gaan heus niet verhuizen.

 Ook dit keer kijk ik mijn ogen uit. “Daar! Een boerderij aan de rand van het bos!” Mijn hart maakt een sprongetje dit komt erg dicht in de buurt van de perfecte plek. Zoon1 moppert zoals dat hoort. Maar dan opeens, als een soort van wonder, hoor ik op de achterbank “ Oké, vooruit. Als ik dan maar mijn eigen stukje weiland krijg." Ik stemde in, uiteraard.

Toen hoorde ik op de achterbank allerlei ideeën over wat hij met dat stukje grond zou kunnen doen. Bij het horen van al die ideeën had ik wat bedenkingen en ik keek hem vragend aan. 

“Mam, laat me nou, ik ben aan het dagdromen....





Ik ben benieuwd., wat is jullie droomlocatie?

dinsdag 12 augustus 2014

Kijk maar

De caravan staat op zijn plek. Deze keer ging het iets gemakkelijker dan de vorige vakantie. We zijn gesetteld.
Zoon2 en 3 begeven zich naar het speeltuintje vlak voor onze caravan. Ik heb op een stoel plaats genomen. Heerlijk nog een weekje naar Drenthe. Ik had het al zo fijn op Puylagorge, nu gewoon nog even een weekje extra. Fijn dat het dit jaar kon.
Vanuit mijn stoel kijk ik naar mijn jongens.
Zoon3 is heerlijk aan het glijden en zoon2 zit in het zand. Ik zie en ik voel dat hij het naar zijn zin heeft. De grote glimlach is het meest zichtbare bewijs daarvan. Hij kletst wat in zichzelf en af en toe komt er een harde kreet die wordt gevolgd door een schaterlach. Als hij niet kletst dan humt hij. Een bepaalde klank die monotoon zijn keeltje uitkomt. Hij heeft een schepje in zijn hand. Hij schept wat zand en laat het vervolgens heel langzaam van zijn schepje afglijden. Als het schepje leeg is, herhaalt hij zijn handeling. Weer de hummm.
Ik geniet intens van zijn kleine geluk. Kon ik maar heel even in zijn koppie kijken om te zien waar hij aan denkt.
 
Maar dan komen er andere kinderen in de zandbak. Ze beginnen druk te graven. Opeens stoppen ze met graven en kijken ze allemaal naar mijn hummende zoon. Hij heeft ze heus ook gezien, maar laat zich niet storen in zijn bezigheid. Hij humt, hij kletst en er komt een harde kreet uit zijn mond. De kinderen schrikken op. Ze ontspannen weer als zoon2 begint te schaterlachen en weer het humm geluidje maakt. Wat fijn dat hij zich niets aantrekt of bewust is van het gestaar. Want dat doen de kinderen nog steeds. Ze staren hem aan. Ik zie zelfs wat mondjes open vallen. Nu beginnen ze te smoezen. Ik voel een steek. Ik merk dat het me raakt. Na de vakantie op onze bijzondere camping was ik dit even vergeten. Het gestaar van mensen bij het zien van mijn zoon.
“Jongetje, hoe heet jij?” hoor ik een nieuwsgierig meisje vragen. Ik zie dat hij een korte blik toewerpt naar het nieuwsgierige meisje. Hij geeft geen antwoord. Dat kan hij niet. Hij vult zijn schepje met zand en gaat weer verder met zijn bezigheid. Hij sluit zich weer af in zijn eigen wereldje. Weer die hummm.
“Jongetje hoe oud ben jij?” Het nieuwsgierige meisje geeft het niet zo maar op. Ze wil er achter komen wat er nu met dit jongetje is. Normaal gesproken zou ik nu er naar toe lopen en het gesprek met het meisje aangaan. Meestal leg ik dan iets uit over zoon2 en over Downsyndroom. Maar ik had er eigenlijk even geen zin in. Ik zou het nog wel even aankijken.
“JONGETJE!!!!!!” Klonk het nu wat harder. Zal ik nu toch maar gaan? Maar dan komt zoon3 van de glijbaan af. “Hij is 8 jaar. HIJ IS 8 JAAR” roept hij net zo hard als het meisje net aan het roepen was. Ik smelt. Mijn zoon van 3 jaar neem het gesprek voor zijn grote broer waar.
De kinderen blijven zoon2 aan staren.
Mijn geluksmomentje is verstoord. Die van zoon2 niet. Ik zie hem nog steeds scheppen en nog steeds hoor ik de hummmmm.
Na een half uurtje lijken de kinderen zoon2 geaccepteerd te hebben. Ze laten hem in zijn waarde en gaan verder met hun eigen bouwsels. Dat is zo mooi van kinderen.
Maar kinderen op een camping komen en gaan. Nieuwe kindjes staren hem weer aan.
Het hoort bij het leven van zoon2. Hij heeft er gelukkig vaak geen erg in. Soms wel als hij wil spelen en daarbij gaat duwen, dan kunnen kinderen nog wel eens fel reageren en dat raakt hem.


Dan moet ik weer denken aan de opmerking van een vrouw op de camping in Drenthe.
“Ik wordt zo blij van dat jongetje, jammer dat je ze nog zo weinig ziet.”
Ik was totaal overdonderd door deze opmerking.
Maar hoe ondoordacht, dom en onbeschaamd deze opmerking ook was, ze heeft wel een punt. Door de vele echo's en nu de nipt-test, zullen er heel veel kindjes met Down syndroom niet geboren worden. Ook dat raakt mij.
En dan denk ik: laat ze maar staren. Laat ze maar vooral heel lang staren, want over een tijdje zullen er nog maar heel weinig kindjes zijn die “anders zijn” en ik zal keer op keer aan de gapende kinderen uitleggen hoe gewoon hij is en hoe bijzonder dat is.

vrijdag 1 augustus 2014

Dringende oproep aan alle opgeruimde moeders!!



Hoe doen jullie dat toch? Hoe komt het toch dat jullie huis altijd zo netjes is?
Onverwacht bezoek? Het maakt jullie niets uit. Voor jullie geen probleem, het huis is toch altijd aan kant. Ik heb advies nodig, wijze raad. Misschien doe ik wel iets verkeerd.
Want hoe anders ziet mijn huis er uit!


Ik heb een leuk huis. We zijn 2,5 jaar geleden verhuisd naar dit mooie en ruime huis. Ik ben erg in mijn nopjes met ons leuke huis. Ik kan ook altijd wel bezig zijn met accessoire dingetjes enzo. Heerlijk vind ik dat.
Maar ik heb één probleem. Ik heb rommeltjes...Ze zijn er overal in huis. Geen grote puinhopen, maar echte rommeltjes
Als er onverwacht bezoek komt, dan slik ik eerst om vervolgens de gast vriendelijk binnen te laten. Wat de gast niet ziet is dat mijn ogen vervolgens pijlsnel door mijn woonkamer en keuken flitsen om te kijken welke rommeltjes ik nog snel even kan weg moffelen. Ik doe dat quasi nonchalant tussen het koffie zetten en de koekjes halen door. Vroeger verontschuldigde ik mij voor de rommel. “Let maar niet op de rommel hoor, ik ben druk geweest.’” Tegenwoordig heb ik met mezelf afgesproken dat ik dat niet meer doe. Dit is mijn huis. Ik heb drie jonge kinderen. Het is zoals het is! Afspraken met mezelf maken lukt aardig, dus zeg ik niets meer als er onverwacht bezoek komt. Maar mijn ogen flitsen nog wel steeds de hele kamer door en nog steeds ruim ik snel hier en daar wat op tussen de koffie en de koeken door.


Ik moet er heel eerlijk in zijn dat ik niet alleen de schuld aan de zonen  kan geven. Hoewel zij natuurlijk wel een aandeel in de rommeltjes hebben. Lief en ik maken ook rommeltjes. Het zijn meestal rommeltjes die in een tussenstadium verkeren. Gaan ze weg of gaan ze naar hun definitieve verblijfplaats toe.
De rommeltje liggen op vaste plekken in de huiskamer. Dat zijn de rommeltjes van lief en mij.  De rommeltjes die niet op de gebruikelijke plekken liggen, zijn van de zonen.
Natuurlijk roep ik dat ze hun rommel moeten opruimen. Natuurlijk ondersteun ik ze daarin. Maar er zijn genoeg momenten dat ik er niet snel genoeg bij ben. Dan ligt daar weer wat en daar weer wat. Dan roep ik wel weer, maar de zonen lijden zo nu en dan aan oost indisch doof zijn….en is er meer voor nodig om de opruimmodus aan te zetten.
De gestructureerde rommeltjes wachten dus nog op hun eindbestemming. Het zijn rommeltjes waar ik nog iets mee moet.  Een draadloze koptelefoon (impuls aankoop) die toch niet blijkt te doen wat ik graag zou willen. Die moet terug naar de winkel. Staat nu op het hoekje van het aanrecht te wachten om terug naar de winkel te gaan. Op diezelfde aanrecht, haal ik de schooltassen leeg van de zonen. Daar komt een hoop papierwerk uit. soms ben ik radicaal en gaan die papieren regelrecht de papierbak in. Er zitten ook knutselwerkjes bij. Die hang ik meestal aan het prikbord, maar na een tijdje haal ik ze er af. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen om die direct de prullenbak in te gooien. Die leg ik dan nog even op het hoekje van het aanrechtblad.
 
Het dressoir is ook zo’n vaste rommeltjes-plek. De post en zaken die op briefjes staan die ik nog moet afhandelen leg ik daar neer. Als ik ze uit het zicht leg, vergeet ik de rommeltjes en maak ik mijn zaken niet af. Dus dat kan ook niet.
Er zijn wel momenten dat mijn huis aan kant is. Bijvoorbeeld als ik weet dat er bezoek komt.  Oh wat kan ik genieten van dat aanzicht. waarschijnlijk omdat ik weet dat het er na een uurtje weer anders uit ziet.
Zucht... Dus opgeruimde moeders. Ik heb jullie advies nodig, heel dringend.
Maar leg dat advies maar op mijn dressoir neer anders vergeet ik het bestaan ervan….

woensdag 30 juli 2014

Paradijselijke vakantie


Yeah vakantie!


Het is natuurlijk een heerlijk vooruitzicht. 6 weken lang even geen wekker voor de kinderen. 6 weken lang luieren. 6 weken lang helemaal niets moeten.
Het klinkt mij heerlijk in de oren. Een soort van paradijselijk eigenlijk.

In mijn herinnering duurde zo'n zomervakantie een eeuwigheid. Wij gingen iedere zomer met mijn ouders naar dezelfde camping. Daar hadden wij een stacaravan, later een zomerhuisje.
Wij woonden 6 weken in de bossen. 6 weken plezier, 6 weken uitslapen.
In mijn herinnering hadden mijn ouders geen omkijken naar ons. Wij waren altijd zo lief aan het spelen. Waarschijnlijk hadden ze niet eens in de gaten dat we er waren. Zo lief, zo zoet en zo rustig. In mijn herinnering.....
Fantastische tijd.

De zomers met  zoon 1,2 en 3 zien er toch wel wat anders uit. Iets minder paradijselijk. We hebben het zeker wel fijn en ik denk dat zij ook aan het eind van de vakantie zeggen dat het super leuk was. En echt, ik geniet van mijn jongens, maar het is wel knetter hard werken zo nu en dan.

Zoon2 weet zich geen raad zonder dagritme. Ach ja, dat weet hij wel. Hij gaat heerlijk luieren. Nu valt de term “heerlijk luieren” wel onder het kopje paradijselijk. Met heerlijk luieren is op zich niets mis. Het is alleen dat er een omslagpunt op de loer ligt. Van heerlijk luieren naar ongelofelijk lui zijn. Ik noem het eigenlijk liever passief zijn. Dat klinkt iets positiever. Al is er natuurlijk niets positiefs aan. Liever bereiken we  dat punt niet met hem. Hij doet niets meer, wil niks meer en is ook niet in beweging te krijgen. Hakken in het zand en doen alsof je lichaam een zak aardappels is. Dat ongeveer.

Het duurt vervolgens ook nog eens heel lang voordat hij weer in de actievere modus terecht komt. Daarom hebben we een doorlopend programma voor hem gemaakt. Het is de kunst om een juiste balans te vinden. Want ook zoon2 heeft recht op “lui” zijn en heeft dat zelfs nodig.
Zoon2 heeft vooral moeite met overgangen van de ene naar de andere activiteit. Een vakantie zonder programma betekent voor hem een achteruitgang.
De camping in Frankrijk, Domaine de Puylagorge, die zich richt op gezinnen met zorgintensieve kinderen, komt erg goed tegemoet aan de behoefte van zoon2. We hebben dan ook twee hele fijne weken daar gehad.
Thuis wordt het al wat ingewikkelder. Maar het is ons weer gelukt om een afwisselend programma met genoeg rust voor hem te maken.
Afwisselend weekprogramma met genoeg rust  zoon2. Check


Zoon1 vaart eigenlijk ook wel erg goed op een afwisselend en structureel programma. Gebeurt dat niet dan verzandt hij in zijn favoriete binnenactiviteit.... Heeft denk ik geen verdere uitleg nodig.
- Afwisselend en gestructureerd programma voor zoon1. Check!


Zoon3 vindt het eigenlijk alleen maar fijn om zich bij mama aan te haken en voortdurend met mama mee  te gaan. Alles is goed, zolang het maar met mama is. Hij heeft tijdens onze vakantie ook stellig volgehouden dat hij de tent (zo noemde hij de animatie) niet leuk vond, of misschien maar een beetje leuk vond.
Wij wisten wel beter...
Nu zijn we thuis en heeft hij eigenlijk niet echt een vaste planning nodig (als hij maar met mama is).
Maar dat is nu juist niet het geval. Hij moet twee ochtendjes naar het kdv, oftewel, het schooltje. Mama moet toch echt een paar uur werken en nee, dan kan zoon3 niet mee.
Dus 2 ochtenden in de week heb ik strijd. Achteraf zegt hij altijd dat hij het schooltje een beetje leuk vond. Jaja...


Erg paradijselijk klinkt het niet hè. De kinderen hebben het vast super deze zomer (op de twee ochtendjes van zoon3 na dan...) Maar mama heeft pas weer een beetje vakantie als de school weer begonnen is. Een stil huis, een opgeruimd huis (mwa nou ja, een beetje dan) heel even niets moeten, misschien een heel, heel klein beetje luieren op de bank?
 
Dat klinkt wel heel paradijselijk ;-)